2 minuten leestijd (371 woorden)

De natuur volgens Dirk 2: Moerasandijvie

Hier is alweer de tweede aflevering van de natuur volgens Dirk. In deze aflevering komen planten aan bod.

De Gele Lis (Iris pseudacorus), die vanaf half mei bloeit is op voedselrijke, natte plaatsen te vinden. Ook bloeit om deze tijd de moerasandijvie, die behoort tot de kruiskruiden (Senecio palustris). Te vinden op modderige oevers in de veenpolders. Ooit groeide deze plant massaal op de pas drooggevallen modder van de flevopolders, eind jaren '50 van de vorige eeuw. Tijdens oostenwinden in de zeer warme zomer van 1959 vlogen de pluizige zaden in enorme aantallen over de Zaanstreek en Waterland en daalden overal neer. En in tijden van westenwind kwamen de zaden zelfs in Duitsland terecht, tot in Hamburg aan toe! De moerasandijvie is een forse plant, die op vruchtbare modder wel ruim een meter hoog wordt. Bovenop een flink rozet van gele bloemen. En in de zomer rijpen de zaden, die (evenals de bekende paardebloem) voorzien zijn van een flink pluisje en alzo door de wind worden verspreid. Bij de waterlandtocht was deze plant in het Jisperveld hier en daar te zien. De Valeriaan is een ruim 1 meter hoge plant, die in juni bloeit op vochtige, maar niet al te natte, voedselrijke plaatsen. Langs de ringvaart op veel plaatsen te zien. In de wortels zit een stof, die zenuwstillend werkt en in geneesmiddelen als Valdispert is verwerkt. Latijnse naam: Valeriana officinalis. De eerste naam is altijd de geslachtsnaam en de tweede de soortnaam. Officinalis duidt op geneeskrachtige werking en dat slaat dus op genoemde stof uit de wortels. Palustris betekent moeras en die soortnaam kom je uiteraard vaak tegen, als je planten determineert, die op natte plaatsen groeien.
Tot slot nog twee planten, die langs de Wheredijk groeien en langs het toegangspad naar/van de woonwijk. Dat zijn de grote brandnetel en de (witte) dovenetel. Let op de gelijkenis! Niet alleen dieren, maar ook planten vertonen imitatiegedrag. Ze lijken dan op soorten, die pijnlijk kunnen steken of scherpe doorns hebben of zeer giftig zijn, maar zijn dat zelf niet. De witte dovenetel (Lamiatum album) bloeit met witte bloemen en is dan goed te onderscheiden van de brandnetel (Urtica dioica), die via de wind wordt bestoven en daarom geen bloemen vormt, maar een pluimpje.

Dirk Molenaar

×
Blijf op de hoogte

When you subscribe to the blog, we will send you an e-mail when there are new updates on the site so you wouldn't miss them.

 

Reacties

Er zijn nog geen reacties gegeven. Wees de eerste die een reactie geeft
Al een account? Hier aanmelden
dinsdag 16 april 2024